5 dingen om op te letten bij de switch naar LED

• Geplaatst op 29 Juni 2018
• Door Piet Jan Boers
• 0

Iedereen weet ondertussen dat LED efficiënter en zuiniger is dan traditionele vormen van verlichting, zoals halogeen of gloeilampen. Toch moeten veel mensen de switch nog maken. Of het nou thuis is of op kantoor. Daarbij worden nog wel eens wat dingen over het hoofd gezien. Om dit te voorkomen behandelen we in deze blog de vijf meest voorkomende fouten die mensen maken bij de upgrade naar LED.

Andere lichtdistributie

Een standaard gloeilamp heeft een omnidirectionele lichtdistributie. Dit wil zeggen dat de lamp vanuit alle kanten licht geeft. Veel LED verlichting heeft een directionele lichtdistributie. Het licht is zichtbaar in een bepaalde stralingshoek. Bij het vervangen van je huidige verlichting is het dus van groot belang dat je let op de stralingshoek. Het voordeel van een spot met een lage stralingshoek, is dat je deze mooi kunt gebruiken om iets in de spotlight te zetten. Denk bijvoorbeeld aan een schilderij aan de muur of een kunststuk. Voor algemene verlichting zul je meer hebben aan een hogere stralingshoek. Te veel spots met een lage stralingshoek zorgen voor schaduwplekken in een ruimte.

Licht is te fel of te donker

Wanneer je op zoek gaat naar vervangende LED is het belangrijk dat je het aantal lumen van je huidige verlichting noteert. Zoals je in een vorige blog van ons hebt kunnen lezen, worden lumen gebruikt om de lichtsterkte van een lamp aan te duiden. Wanneer je het aantal lumen van je huidige lampen hebt, is het eenvoudig om verlichting te vinden met een gelijke lichtsterkte. Kun je het aantal lumen niet vinden, dan wordt het een iets lastiger verhaal. Zoek in dit geval het wattage van de lamp op en raadpleeg bovenstaande link voor een handige Watt/Lumen vergelijkingstabel. Hierin kun je precies vinden hoeveel lumen je nodig hebt om een vergelijkbaar resultaat te halen.

Licht is te blauw of te geel

De kleurtemperatuur van licht van een LED spot wordt gemeten in Kelvin. Wanneer je dezelfde lichtkleur wilt behouden is het een goed idee om de kleurtemperatuur van je huidige lampen te noteren. Kun je deze niet terugvinden ga dan uit van de volgende gemiddelde:

Halogeen lamp: 3.000 - 3.200K
Gloeilamp: 2.400 - 2.700K

Wil je meer lezen over kleurtemperatuur? Lees dan eens onze uitgebreide blog hierover.

Huidige dimmer werkt niet met LED

Niet iedere dimmer is hetzelfde. Dit betekent automatisch dat niet iedere dimmer werkt met LED. Als je ooit hebt geprobeerd een LED spot te installeren met een dimmer voor een gloeilamp, zul je misschien flikkerend licht of een zoemend geluid hebben opgemerkt. Als je LED wilt kunnen dimmen, zul je passende LED dimmer moeten gebruiken. Daarnaast is het belangrijk om te weten dat een LED spot niet per definitie dimbaar is. Raadpleeg onze categorie dimbare led spots voor een overzicht van ons assortiment.

Doffe kleuren

De color rendering index (CRI) van een lamp geeft aan hoe accuraat de kleur van het licht in de buurt komt van daglicht. Hoe hoger de CRI rating, des te meer de kleur van een lamp natuurlijk daglicht nabootst. In sommige situaties is een hoge CRI score erg belangrijk. Denk bijvoorbeeld aan een winkeldisplay, de toonbank van een juwelier of een modern museum. Halogeen en gloeilampen hebben een CRI van 100. LED komt daar niet helemaal aan, maar met een CRI in de 90, komt deze in de buurt. Wanneer je halogeen of gloeilampen vervangt voor LED met een lage CRI, kunnen de kleuren dof overkomen. Dit zal niet voor iedereen merkbaar zijn, maar het is goed om de kleur van een lamp te testen in jouw situatie voordat je alle lampen vervangt.